Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Unizo : 'De Septemberverklaring is een "verkiezingsakkoord'

Vorige maandag sprak Vlaams Minister-President Jan Jambon zijn zogenaamde Septemberverklaring uit in het Vlaams parlement.  De Septemberverklaring is een jaarlijkse traditie waarin de Vlaamse regering haar beleidsdoelstellingen voor het komende jaar toelicht. 

"De verwachtingen waren hoog gespannen.  Want vorig jaar moest de septemberverklaring uitgesteld worden wegens geen akkoord.  Zou het dit jaar dus wél lukken?", zegt UNIZO-topman Danny Van Assche.

"Het is dus gelukt en dat mogen we als iets positiefs beschouwen.  Niemand heeft wat aan een regering die niet kan regeren.  En er staan nog positieve zaken in.

 Het pad naar een begrotingsevenwicht in 2027 wordt nog eens bevestigd en dat is in de huidige budgettaire toestand in ons land een zeer goed signaal.  UNIZO pleit al jaren voor méér en meer flexibele kinderopvang, om mensen toe te laten te kunnen werken.  Ook daar trekt de Vlaamse regering behoorlijk wat extra geld uit.  Goed dus.

Toch zijn we als UNIZO behoorlijk verontwaardigd over deze septemberverklaring.  Zonder enig overleg besliste de Vlaamse regering om de zogenaamde doelgroepkortingen uit te laten doven tegen 2027.  Wat zijn de doelgroepkortingen?  Dit is een korting op uw RSZ-bijdrage wanneer u ofwel een laaggeschoolde jongere, ofwel een oudere werknemer (+58 jaar) aanwerft. 

Oudere werknemers boven de 60 jaar (61 jaar in 2024) die reeds bij u werken genieten eveneens een vermindering.  Deze bevoegdheid kwam in 2014 over van het federale naar het Vlaamse niveau, nadat Vlaanderen jarenlang gepleit had om verantwoordelijk te worden voor lasten op arbeid (om deze te laten dalen).  Twee regeringen verder zal deze korting niet meer bestaan. 

De kost van een gemiddelde oudere werknemer zal daardoor met 11% stijgen, terwijl dit nu al de duurste werknemers zijn.  Hoe gaan we dan net meer ouderen langer aan het werk houden? 

Waarvoor dienen deze middelen dan?  Om de jobbonus te doen stijgen met 100 euro per jaar (of zo’n dikke 8 euro per maand).  Deze maatregel is eigenlijk nutteloos, maar Vlaanderen predikt vandaag wel dat het de kloof tussen werken en niet-werken vergroot.

Bovendien kon men nog elders geld halen, zoals bij de dienstencheques.  Een dienstencheque kost al tien jaar 9 euro (en met de fiscale aftrek zelfs maar 7 euro).  Als we hem al gewoon zouden geïndexeerd hebben, zou een cheque nu al meer dan 11 euro kosten.  Bijna het minimumloon van 12 euro dus.  Maar daar durfde men niet aankomen.  De cheque blijft 9 euro kosten.

Conclusie: de regering zorgt voor meer kinderopvang en dat is zeer goed.  Maar de loonkosten doen stijgen om weg te geven aan sommige werknemers, en verzuimen om de gebruikers van dienstencheques een eerlijke kost te laten betalen, is wat ons betreft een akkoord om de burger te paaien op kosten van de werkgevers. 

Een verkiezingsakkoord dus", besluit Danny Van Assche.

Deel dit artikel